Joooeepiiee!! Wij bestaan graag!

8 maart 2013 - Bangkok, Thailand

Mingalaba!

Het is al een hele tijd geleden dat we nog iets van ons hebben laten horen, maar we leven nog! Aangezien we terug aangekomen zijn in beschaving, zijnde Bangkok, kunnen we even een update geven van de voorbije maand.

We hebben ondertussen veel gezien en meegemaakt. Naast de rozengeur, maneschijn, mooie zons-op en ondergangen waren er ook minder aangename belevenissen.
Zo kunnen we bijvoorbeeld nog steeds niet echt achter bepaalde, blijkbaar typisch Z-O Aziatische, gewoontes staan. Zoals de “koffiemachien-achtige” geluiden die de locale bevolking graag blijkt te produceren, gevolgd door het verwijderen der overtollig slijm uit hun lichaam. In Myanmar kauwt men ook graag,uren lang, “betel noot”. Het zou een stimulerende werking hebben en creeert een mooie rood-bruine glimlach. Het idem kleurige speeksel belandt tussendoor fontein-gewijs op de stoep. We wachtten een beetje bang het moment af dat iemand per ongeluk eens op onze voeten zou spuwen.

Het te veel aan maaggassen komt dan weer tot uiting in de vorm van wondermooie klanken waar de plaatselijke veestapel jaloers op moet zijn. In de eetgelegenheden neemt men het ook niet zo nauw met hygiene. In Siem Reap (Cambodia) bijvoorbeeld zaten we aan een laag plastieken tafeltje tussen een berg lege blikken en aanverwanten. Als we daar zouden gestruikeld zijn zou je ons nooit meer hebben teruggevonden tussen het afval.
Om de ober, of iemand die op straat voorbij loopt, te roepen maken de Myanmarezen hetzelfde geluid als wij gebruiken om onze poes te roepen. Een kus-smakkend geluid dat ons aanvankelijk wat in verwarring bracht, maar blijkbaar niet persoonlijk moet genomen worden.

We hebben al heel wat busritten achter de rug. De ene al draaglijker dan de andere. Naast het gebruikelijke boeren en eten op de bus worden de locals nogal gemakkelijk reisziek. De geluiden en geuren zijn op zijn minst onaangenaam, zelfs walgelijk. Gelukkig bestaat er zoiets als “de I-pod” om het geheel wat draaglijker te maken. Nu en dan lukt het zelfs om de typische bus-balades ermee te overstemmen. Wat moeilijker te negeren viel was iemands maaginhoud die richting onze voeten liep bij het bergop rijden. Gelukkig konden we nog net onze rugzakken redden en onze voeten in veiligheid brengen. Van busritten gesproken, onze laatste was een topper. Van Inle lake naar Hsipaw deden we er 29,5u over i.p.v 12u. Waarvan 16u in volledige stilstand (met een local op de achterbank die het hele alfabet aan het boeren was). We kunnen plots allebei de Belgische files iets beter relativeren.

Bij het nemen van de trein in Myanmar vliegt er regelmatig een tak of ander soort vegetatie langs de open ramen naar binnen. Een van de courante bezigheden in Z-O Azie is het afbranden van velden en stukken bos. De Hollanders aan de linker kant van de trein vonden het plots wat minder “enig” toen we voorbij, of eerder doorheen, zo een vlammenzee reden. Nuja, wenkbrauwen zijn makkelijk bij te tekenen, toch?

De fiets blijkt ook niet altijd het veiligste vervoermiddel. In drukke steden als Mandalay bijvoorbeeld voelden we ons een beetje als opgejaagd wild. Vooral niet treuzelen en voldoende aandachtig blijven is de boodschap!
Fietsen in het donker valt best te vermijden,zelfs op het platteland. Wij dragen dan wel een petzl op ons hoofd, de buffels hier blijkbaar niet! De landbouwers scheuren hier ook graag in het donker over de weg met hun tractor of koeienkar, en voor de kick ook liefst zo onzichtbaar mogelijk.

Meermaals waanden we ons actrices in de film “Speed”. De public taxi’s, in de vorm van een soort pick up met twee lange banken in, lijken niet te beschikken over een subtiel remsysteem en moeten blijkbaar boven een bepaalde snelheid blijven om niet te ontploffen. Al slingerend en toeterend de ene bijna-dood-ervaring na de andere dus. De Keano Reeves in kwestie draagt in dit geval wel een rok.

Jaja, het verkeer is hier een groot avontuur. Voorlopig hebben we er geen letsels aan overgehouden, op wat gehoorschade na dankzij de overdreven toetercultuur. We hebben menig vrachtwagen en bus vervloekt die blijk wilden geven van hun aanwezigheid door vlak achter ons op hun claxon te duwen.

Tijdens avond wandelingen moeten we uiterst aandachtig blijven om niet op een van de vele slapende honden te trappen, die als landmijnen verspreid liggen over de straten. Gelukkig maken we elkaar daar tijdig attent op: HOND!

We zijn ondertussen trouwens al zodanig op elkaar afgesteld dat we nu ook samen ziek worden. Zijnde in de vorm van een toffe voedselvergiftiging op een trekking van Kalaw naar Inle lake. Op zulke momenten valt de infrastructuur natuurlijk ook net tegen. We sliepen in een monastery op de grond samen met 20 anderen. De houten hut met gat in de vloer stond 500m verder op een heuvel. Snelheid, behendigheid en creativiteit met recipienten bleken dan van groot belang!

Uit die moeilijke momenten leert een mens ook veel bij natuurlijk. De taalbarriere zorgt vaak voor verwarring en verrassing, zowel in positieve als negatieve zin. Zo leerden we bijvoorbeeld dat “donation as you like” blijkbaar toch een minimum grens heeft die boven onze “donation as we would like it” ligt.
We verbeteren onze non-verbale communicatie nog elke dag, wat vaak voor beide partijen voor de nodige hilariteit blijft zorgen. Vooral tijdens genante momenten dat ze het word wc/toilet weer eens niet begrijpen en we vol overgave (afhankelijk vd hoogdringendheid) tot uitbeelden moeten overgaan.

Laat het duidelijk zijn dat het reizende leven niet altijd gemakkelijk is en we des te meer onze eigen hygienische en relatief veilige cultuur en omgeving leren apprecieren.

Gegroet aan allen die leven in luxe!

Miet

 

Hoewel rot-ervaringen doorgaans de strafste verhalen opleveren, begrijp ik dat u ,als trouwe lezer van onze blog, zich stilaan begint af te vragen waarom Miet en ik (als braak- en boerfoob pur sang) in GODSnaam niet op de eerstvolgende vlucht richting ‘t winterkoude Belgie springen. Dat ‘t daar winterkoud is en hier niet is gelukkig slechts een van de redenen. Laat ik het dus even over een andere boeg gooien en de voornoemde rozengeur en maneschijn toelichten.

Nu een dikke maand geleden bezochten we de befaamde archeologische sites van Angkor Wat, die ooit de hoofdstad (=Angkor int Khmers) van het eens machtige Khmerrijk vormde. Op dit uitgestrekte domein kom je fietsend langs de tempelruines tot het besef dat deze plek 1000 jaar geleden weleens het centrum van de wereld kon zijn. Met een beetje verbeelding zie je “de stoeten met olifanten, troepen gewapende vrouwen, echtgenotes en concubines in de draagstoelen en de koning zelf, hoog op zijn olifant, vervaarlijk zwaaiend met zijn zwaard” al voorbij wandelen. In het bijzonder kon de ruine van Bayon ons bekoren. Wat eerst een vormeloze berg stenen lijkt, zijn na een paar keer knipperen in feite metershoge gelaten van Buddha, die mysterieus voor zich uit staren. En dan is er nog Ta Prohm, een ongerenoveerde tempel waar de jungle beetje bij beetje zijn plaats terugeist, met mooie boom-in-tempel fotos als resultaat. Vooral bij valavond, wanneer elke andere toerist zich richting sunset-temple begeeft, waanden we ons even ontdekkingsreizigers die de verloren stad van Angkor terugvinden in de woeste jungle. Je hoort het. Zelfs de horden toeristenbussen en de soms loodzware hitte ingerekend, wordt ik lyrisch van ons bezoek aan Angkor Wat in Cambodja.

Na ons blitzbezoek aan Thailand, Laos en Cambodja stonden Miet en ik te popelen om het voor ons langverwachte Myanmar aan te doen. Voor Myanmar, sommigen beter bekend onder de naam Birma, Burma of Birmanie, kozen we het maximum uit ons visum te halen en er de volle 28 dagen rond te trekken. Deze keuze bleek bij aankomst in Yangon, de officieuze hoofdstad van Myanmar, al snel de juiste. Vanaf dag 2 werden wij verliefd op het land waar de mannen zich in lange rokken (Longi's) hullen en de gelaten er met thanaka geverfd zijn. Het land met de ontelbare theehuisjes en eetkraampjes. Kokospannenkoeken, pizzapannenkoeken, prappels, allerhande currybereidingen, gekke gebakjes, lassi etc. U kunt zich onze verrukking misschien wel voorstellen bij het zien van al dat lekkers na een maand noodle soup slurpen. De rode glimlach en de liters betelspuug nemen we er wel bij (graag zou een serieuze overstatement zijn).

Wat Angkor voor Cambodja is, is Bagan voor Myanmar. De archeologische site van Bagan is een weidse met tempels en pagodes bezaaide vlakte die, zoals onze Lonely Planet beloofde, feerieke vergezichten opleverde. Wat ons echter het meest zal bijblijven van onze tijd in Bagan is de geimproviseerde cookingclass in een monastry met onze licht gestoorde en praatzieke vriendin MoeMoe. Onder het toeziend oog van de oppermonnik (??) brouwden wij op houtvuur allerhande Myanmarse streekgerechtjes met de groenten die we die ochtend op de markt kochten.

Een andere onverwachte topper van onze Myanmartrip was het fullmoonfestival. Niet te verwarren met de fullmoonparty in Koh Phangan. De festiviteiten vonden plaats op de aangenzende rijstvelden ter ere  van het goed voleindigen van de bouw van een nieuwe pagoda. We zagen er  een traditionele dans en zangvoorstelling op een in bamboe gesjord podium, waarop de locale puberende jeugd uit de bol ging. Er waren eetkraampjes, ijscomannen en suikerspinmannen. Maar wat deze avond vooral de vermelding topper waardig maakte was het handmatig aangestuurde reuzenrad. Niet het radzitten zelf maar het observeren van de 5 koene acrobaten die al klauterend en slingerend hun gewicht in de schaal legden om het metershoge rad met inzittenden in beweging te krijgen was adembenemend.

Minstens even memorable waren onze 2 trektochten (een 3- en een 4 daagse) door bergen en dalen, langs bossen, riviertjes, theeplantages en rijstvelden. Het logeren bij lokale gezinnen in voor autos onbereikbare bergdorpen, in kloosters en in pagodes maakten onze wandelingen AF.

Verder raakten wij in de ban van de Shwedagon pagoda in Yangon, die bij zonsondergang meer dan 50 tinten goud blonk. En dan heb ik het nog niet gehad over ons verblijf aan het Inle Lake, een meer waar vissers met fuik in de hand zwoegen om de omderwaterfauna aan de oppervlakte te brengen. Hun eenbenige peddeltechniek is trouwens geen koud kunstje. Of de piekfijn gemanicuude botanische tuinen van Pyin Oo Lwin.

Maarrrr, veruit het leukste aspect van onze reis waren niet de tempels, meren en pagodes. Neen. Wat de reis in Myanmar voor ons zo bijzonder maakte waren zijn inwoners en de authenticiteit en puurheid van een cultuur die nog niet bezoedeld is door het westen en zijn toeristen. De locals behandelden ons bij momenten als rocksterren. In het bijzonder in de meer afgelegen gebieden is de aanblik van 2 blonde en blanke vrouwen nog steeds een nieuwigheid. Zelfs op de meest ongewassen momenten wilden ze nog met ons op de foto! Dat mensen een praatje kunnen maken zonder geld van ons los te proberen weken waren we na ons bezoek aan Thailand, Laos en Cambodja even vergeten.

Enfin. Als dit alles jullie (althans diegenen die de moed hadden onze epistel tot hier door te lezen. Proficiat hiervoor) nog steeds niet heeft overtuigd van het ‘waarom’  van onze keuze verder te reizen verwijs ik jullie -alweer- graag naar onze foto-albums.

Twa Me Naw!

Sofie

 

Foto’s

3 Reacties

  1. MUM:
    8 maart 2013
    Het was het wachten waart ,één en twee aan mekaar gekoppeld en we krijgen een perfect beeld van uw belevenissen .
    kn.en grtjs.
  2. Geert en Myriam:
    12 maart 2013
    Waw, prachtige foto's en dito plastische verhalen!
    Blij dat jullie het samen zo goed stellen op leuke en minder leuke momenten

    met boertige groetjes van je liefhebbende ouders ;-)
  3. Mieke:
    13 maart 2013
    Wauw Tante Sofie, dat klinkt allemaal super! Geniet ervan alletwee!